4.6 Beoordelen van leerprestaties en evalueren van onderwijs

Subindicator 4.6.1

De docent toont aan dat hij het leerproces van leerlingen zichtbaar kan maken en kan volgen door middel van diverse vormen van digitale toetsing en evaluatie.

Al eerder verwees ik naar DWO. Wat de leerlingen maken en hoe goed ze dat doen, kan ik als docent zien in het docentenscherm. Hierin kan ik klassen aanklikken en de resultaten van diverse modules inzien. Het programma geeft dan terug hoeveel procent de leerling van een bepaalde les goed heeft gemaakt. Een screenshot daarvan is hiernaast te zien. Met dit docentenscherm kan ik dus het leerproces van de leerlingen zichtbaar krijgen en kan ik dit volgen.

Dat ik in DWO ook toetsjes afneem, bewees ik al in indicator 2.2.8.

Subindicator 4.6.2

De docent toont aan dat hij een digitale toets kan maken die transparant is op validiteit en betrouwbaarheid.

Een voorbeeld van een toets is het statistisch onderzoek voor de eerstejaars leerlingen. In het document dat in subindicator 1.4.2 is gemeld, is in hoofdstuk 5 een zeer uitgebreide rubric beschreven. Hierin staat precies waar het werk van de leerling moet voldoen en hoe het gegeven cijfer tot stand is gekomen.

Subindicator 4.6.3

De docent toont aan dat hij een digitale toets kan organiseren.

Deze competentie heb ik bewezen in subindicatoren 1.4.2, 2.2.8. en 4.6.1.